‘Er is nu hulp nodig!’ De moeder van een kind. Een kind dat vastloopt en op vele momenten volledig doordraait. Een kind met een stoornis, een kind met meer dan één probleem. Het koppie werkt niet goed. Regelmatig kortsluiting, regelmatig escalatie. Het leven wordt er tot in de kleinste details door gedomineerd. Dit is niet normaal. Integendeel. Het gaat niet meer, het is niet meer uit te houden. De (pleeg)ouders gaan er aan onderdoor. En ze roepen. Ze roepen om hulp. En het duurt maar, en het duurt maar. Het is keihard werken, zonder pauze, zonder rust, zonder weekend. Door en door en door.
‘Wanneer krijgen jullie hulp?’ ‘We moeten ruim tien weken wachten’. En de zomervakantie staat voor de deur. Geen time-out meer. Alle dagen samen, alle dagen alle moeite, alle begeleiding, zes weken lang. Kennelijk verloopt de hulpverlening in ons land op het tempo van een schildpad. Wachtlijsten en wachttijden. Maar er is geen tijd, er is toch nú hulp nodig? Een schreeuw in de leegte.
In mijn werk kom ik alleen maar ouders tegen die een kind hebben met een beperking. Geen van deze ouders heeft hiervoor gekozen. Het is hen allemaal overkomen. Wat begon met de vreugde van een zwangerschap, is nog steeds een mooi mens, maar wel een mooi mens dat zich nooit zal ontwikkelen tot een volwassene die volledig zelfstandig en autonoom zal functioneren. Het hoeft lang niet altijd ‘ach en wee’ te zijn, zeer zeker niet. Maar er zijn mensen die een extra zwaar gevecht aan moeten gaan voor hun kind. Omdat hún kind vastloopt, omdat het huishouden niet meer normaal kan functioneren. En je moet tegenwoordig heel hard schreeuwen om hulp, want wie gaat je horen? Waar blijft de hulp, en vooral, wanneer?
Een niet ondenkbare situatie: Je doet de aanmelding, je wacht 6 weken voor je een intakegesprek hebt (4 weken is de norm). Dan weer een aantal weken voor de volgende stap, Een onderzoek, weer een aantal weken voor de uitslag. Dan een behandelplan, weer een aantal weken, dan een start, misschien, als de middelen beschikbaar zijn. Ondertussen de tong op de knieën en de wanhoop nabij. Tussendoor gaan er dingen mis, komen er verschillende disciplines voorbij, worden andere partijen betrokken. En overal moet mee worden gecommuniceerd, en dat gaat voortdurend mis. Formuliertje hier, formuliertje daar, bellen, vragen, waar is het verslag van…, waar blijven de resultaten…wanneer hoor ik meer, en van wie? Het put de ouder uit. Wie ontlast hen, wie staat er voor hen klaar? Alsof ze het niet zwaar genoeg hebben, wordt er van hen gevraagd een strijd te leveren voor hun kind om de hulp te krijgen die zó verschrikkelijk hard nodig is.
Fijn dat er hulp is in ons land. Fijn dat er zo iets bestaat als de GGZ en dat er zo veel kennis is over stoornissen als borderline, ADHD en autisme en noem maar op. Fijn dat er behandelmethoden zijn. Maar de zorg laat op veel fronten afweten. En misschien ook wel de onze westerse samenleving met eilandjescultuur… Wij laten het ook afweten ten opzichte van elkaar. Want waar is überhaupt de tijd om ouders te ontlasten? Ik weet wél dat er logeergezinnen zijn. Lang leve de mensen die hun tijd en energie willen geven om eens in de zoveel tijd een weekend zorg te dragen voor andermans kinderen zodat ouders even ontlast worden van de continue zorg. Lang leve de lieve buren die altijd klaar willen staan. Ze zijn goud waard en veel meer dan dat. Lang leve alle mensen die veel meer doen dan waar ze voor betaald worden. Helaas soms ten koste van zichzelf.
Ik kan het met mijn blogje niet opnemen tegen de zorg die het af laat weten. En naar wie moeten we eigenlijk wijzen? Het is uiteindelijk een kwestie van geld. Meer geld, is meer mensen, is minder wachttijd. Of ben ik nu zo simpel? Maar ja, wie gaat dat regelen? Wie is er bij machte om af te dwingen dat er betere hulp komt voor al die mensen die de wanhoop nabij zijn? Onze regering? En wanneer dan? Het is nú nodig… Maar het voelt als een schreeuw in de leegte. Want het duurt maar…
Links:
Ik was dit stuk al van plan te schrijven toen ik deze langs zag komen:
Noodkreet moeder 16-jarige Emma: ‘Er hoeft maar één zelfmoordpoging te lukken’
Heftig wat er gebeurt, soms onder toeziend oog van bijv jeugdzorg. Zoveel mensen in de kou…Goed dat je hier bij stil staat.
Dank je wel.