Een huisdeursleutel is echt een handig ding. Zolang je hem niet kwijtraakt natuurlijk. Dus mijn huisdeursleutel heeft een vast plekje. Meestal. Nou ja, ik doe m’n best. En meestal gaat dat best goed. En af en toe gaat dat iets minder goed. Maar, zeg ik dan altijd: ‘Ik ben mijn sleutel nooit kwijt, hij is alleen maar even uit het zicht’. En meestal klopt dat. Dan vindt ik hem terug in een ander zijvakje van mijn tas, in een broekzak, in een jaszak, of op de ladekast in mijn slaapkamer. Dat soort plekjes.
Afgelopen week verdween de sleutel ook weer eens uit zicht. Meestal heb ik hem binnen een dag wel weer ‘in het zicht’, maar ik moest dit keer wel heel lang met de reservesleutel doen. Opeens besloot ik dat ik nu die sleutel maar eens terug moest gaan vinden. Precies na mijn avondwandelingetje ’s avonds laat. Ik keek in al mijn tassen en in al mijn vakjes en zijvakjes. Niks. Ik keek in de bakjes en de laadjes. Niks. Ik liep naar boven en deed de kastdeur open om mijn broekzakken te checken. Nog steeds Niks. Zucht. Ja, het was weer zo ver…
De volgende ochtend besloot ik schoorvoetend dat ik misschien maar weer eens aan moest kloppen bij Diegene die 100% zeker wist waar mijn sleutel zich zou bevinden. Ik stel dat meestal een beetje uit. Het is tenslotte mijn eigen verantwoordelijkheid en hoe belangrijk is mijn huisdeursleutel voor de God die de hemel en de aarde heeft geschapen? En bovendien was ik weer eens onzorgvuldig geweest en dus was het mijn eigen schuld.
Maar toch, ik heb geleerd dat ik ook kleine dingen bij hem neer mag leggen: ‘Lieve Heer, het is weer zo ver, sorry sorry, maar U weet waar die sleutel is, wilt U me hem toch helpen vinden?’ Ik keek nog even op wat vreemde en hoogst onwaarschijnlijke plekjes, zelfs in mijn al maanden ongebruikte sporttas. Ik bedacht me dat God natuurlijk precies wist waar mijn sleutel was en ik vroeg me af of Hij me weer zou helpen.
Terwijl ik nog een beetje aan het nadenken was over waar die sleutel vandaan zou gaan komen, hoorde ik Brent energiek de trap op komen lopen: ‘Mama, ik snap niet hoe het kan, maar ik trok net mijn broek aan en daar zat jouw sleutel in!’
Ik moet je bekennen, dit zijn voor mij de momenten dat ik besef dat God ook om mijn kleine dingen geeft. Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat Hij die kleine dingen uit mijn leven belangrijk vindt. Dat Hij mij hoort en dat Hij dat ook laat merken. Hij is geen God van afstand, formaliteiten en onbereikbare Heiligheid. Hij is een God die bij mij is in mijn dagelijks leven. Iedere roep hoort hij, Hij weet van een gebed nog voor ik het heb uitgesproken. In Mattheüs 6:8 zegt Jezus dat God de Vader weet wat we nodig hebben nog voor we het Hem vragen.
Nu heb ik het heus niet nodig om mijn sleutel terug te vinden, echt niet. Ik kan de reservesleutel gebruiken en als het echt nodig is dan laat ik er wel één bijmaken. Maar wat ik wel kan gebruiken is dat God aan mij laat weten dat Hij me belangrijk vindt. Soms is dat gewoon net even wat je nodig hebt. Dus zodra ik over mijn eerste verbazing heen was van het terugvinden van mijn sleutel, kon ik niet anders dan dankjewel te zeggen tegen de God die mij laat weten dat Hij mij belangrijk genoeg vindt. En niet alleen mij, dat kan ik je wel te verzekeren!
Deborah dank voor je verhaal. Dat is die Wonderlijke God, waar ik van Zijn Woord soms dingen absoluut niet begrijp. Maar als ik dan zo iets lees, en zelf iets dergelijks mee maakt, dan zeg ik: dank U Heer, dat U juist in deze kleine dingen zo Groot bent. En mij zo kent. Ik Prijs U Heer.