‘Juf, wat is uw grootste angst?’ Dat vroeg één van mijn leerlingen mij laatst. Ik was alweer helemaal vergeten dat ik de week ervoor vol overtuiging had uitgesproken wat ik absoluut niet zou willen. Mezelf dus niet bewust van vorige week, gaf ik antwoord: ‘Dat ik ergens de schuld van krijg wat ik niet heb gedaan en dat dan iedereen boos op me is’. Ja, dat gaat diep hoor, maar ik moet niet afdwalen van mijn onderwerp nu. Mijn leerling haalde me ook razendsnel weer snel terug uit mijn serieuze reactie op zijn vraag. ‘Nee toch juf, u zei toch dat uw grootste angst is om een lief oud vrouwtje te worden?’ Och, dat was waar ook. Met een hartelijke lach moest ik erkennen dat ik dat wel degelijk had gezegd. Mijn leerling vond het ronduit vermakelijk.
Oud wil ik op zich wel worden. En een vrouw ben ik ook, dus tot zover de twee dingen waar ik geen invloed op heb (alle genderdingen van deze maatschappij gemakshalve maar even aan de kant schuivend). Maar lief? Mijn man zei vandaag nog dat hij me wel lief vond… En dat vond ik ook wel fijn hoor. Ik doe ook echt mijn best om lief te zijn. Lief voor mijn man, lief voor mijn kinderen, lief voor mijn leerlingen en lief voor mijn collega’s. Lukt niet altijd, maar ik doe mijn best en het is serieus echt waar de bedoeling.
Gisteren was er ergens een nieuwsitem van twee mensen van boven de 100 die met elkaar trouwden. Ik snap dat dat mooi nieuws is, inspirerend ook. Maar de nieuwslezer sprak uit dat het ‘schattig’ was. Schattig?! Twee mensen die al een lang leven hebben geleefd, lief hebben gehad, hebben verloren, ziekte en tegenslag hebben gekend en de nodige jaren arbeid hebben verricht. En als je dan met elkaar trouwt ben je schattig? Nee, dankje. Schattig is een kitten, of een dreumes die zijn eerste stapjes zet. Een kuikentje is schattig en delende peuters zijn schattig. En mijn slapende kinderen kan ik soms ook nog wel schattig vinden. Maar volwassen mensen die hun jaren hebben geleefd verdienen veel meer respect dan ‘schattig’ of ‘lief’.
Hoe vaak hebben we het over een ‘lief oud vrouwtje?’ Ik hoor het nog wel eens voorbij komen hoor, en waarschijnlijk heb ik het zelf ook nog wel eens gezegd. Gek genoeg lijkt het alsof er wel meer ‘lieve oude vrouwtjes’ zijn dan ‘lieve oude mannetjes’. Maar goed… Het woord vrouwtje staat me gewoon heel erg tegen. Nu ben ik een vrouw. Een kleine vrouw weliswaar, maar er is niemand die mij een klein vrouwtje noemt (voor zover ik weet). En als ik later oud mag zijn, dan wil ook een vrouw zijn, geen vrouwtje. Dat voelt denigrerend ofzo. Nu zit er ook wel een westers cultuurdingetje in hoor. Ik denk dat er heel veel te zeggen valt voor de culturen waarin ouderen gerespecteerd worden, juist omdát ze oud zijn en ervaring hebben. In die culturen leven generaties daadwerkelijk samen en trekken ze samen op. Ik vind dat mooi. En tegelijkertijd zou ik er met mijn huidige westerse leefwijze niet aan moeten denken om een huis vol met alles en iedereen te hebben.
Maar als ik later oud en wijs ben enzo, laat me dan gewoon Deborah zijn. Ik hoop dat ik dan niet afhankelijk en alleen in een huis hoef te zitten (wachtend op de thuiszorg), maar dat ik contacten mag hebben met kinderen, tieners, jongvolwassenen, volwassenen en ouderen. En dat die contacten dan niet zijn omdat het nu eenmaal zo hoort, maar omdat anderen daar ook plezier aan beleven. Dat ik mag delen van wat ik heb en dat ik mag genieten van de mooie dingen. Mensen mogen best voor me zorgen, maar spreek me niet aan alsof ik een lief oud vrouwtje ben. Ik ben Deborah, welke leeftijd ik ook heb, en hoe grijs mijn haren ook zijn. Gewoon Deborah. En ik beloof dat ik heus wel lief zal blijven doen. Behalve…
Mooi stukje lieve collega.