Niet iedereen heeft het voorrecht van het opgegroeid zijn in een warm en liefdevol gezin. Ik ben gezegend, want ik heb er nooit een moment aan getwijfeld of er wel van me gehouden werd. Snappen deed ik mijn ouders niet altijd, maar naarmate ik ouder werd, begreep ik heel goed waarom ze het bijvoorbeeld niet waardeerden dat hun dochtertje langs de snelweg onder een viaduct gesignaleerd was.
Ik herinner mij het thuiskomen, het samenzijn, geknuffeld worden, bemoedigd worden. Bij ons thuis was (en is) er liefde. En nu ben ik volwassen en veel belangrijke momenten en gebeurtenissen uit mijn leven heb ik kunnen delen met mijn ouders. Zij waren er altijd als ik ze nodig had. En nu ik zelf ouder ben, begrijp ik nog beter hoe je betrokken bent bij het leven van je kind.
Soms, als één van mijn jongens het even moeilijk heeft, dan open ik mijn armen en wens ik dat ze gewoon bij mij zouden komen zitten om tot rust te komen. Dat doen ze regelmatig, maar er zijn ook momenten dat ze om wat voor reden dan ook helemaal door het lint gaan en niet van plan zijn om in mijn armen tot rust te komen. Ik laat ze dan begaan en wacht op het moment dat ze weer wat zijn bedaard en verder gaan spelen of toch nog bij mij kruipen.
Mijn lieve ouders, mijn prachtige kinderen, het is mij gegeven. Het is mij kostbaar en ik weet dat het niet vanzelfsprekend is. Had ik geen liefdevol thuis gehad, had ik geen kinderen gehad, wat dan? Dan weet ik dat ik dat als een gemis had ervaren. Deze wereld is nog steeds mooi, maar wel flink gehavend en daar hebben we allemaal mee te maken. Mijn ouders kunnen mij niet beschermen tegen enge ziektes, moeilijke gebeurtenissen en veel ander leed. Ik op mijn beurt kan mijn kinderen ook maar beperkt beschermen tegen alle drama’s die zich in de wereld afspelen. We zijn mens, en mensen, nou ja, zijn mensen.
Mensen zijn vrijwel allemaal op zoek naar iets, een soort vervulling of zo. Je zou denken dat christenen het gevonden zouden moeten hebben. Zij hebben toch God? Maar ook christenen zoeken zich vaak nog suf, naar, ja, naar wat eigenlijk? Waar verlangen we naar? Geld, macht, gezondheid, een gezin, herstelde relaties, of überhaupt relaties? Is dat wat we van God verwachten? En als we dat krijgen, zijn we dan gelukkig? Is dat de volledige vervulling van onze leegte?
Ik verlang naar rust. Rust in mijn leven, rust in mijn hart. Ik verlang naar vreugde, onuitsprekelijke vreugde. Liefde, zo veel dat ik niet meer bang ben, maar vrij! Dit zijn zaken van het hart. Wel of geen veilige thuisbasis, wel of geen ernstige ziekte, je hart is waar het werkelijk gebeurt. Uitgestrekt naar Hem. In de stilte, in de rust, in aanbidding, in gebed, in God’s woord, in het dagelijks leven met onze Hemelse Vader. Hij verlangt naar ons, zijn armen altijd open, in zijn vaderhart is ruimte voor iedereen, geen uitzondering. Hij neemt ons geen dingen kwalijk, Hij kent ons, vergeeft ons en begrijpt ons. Bij Hem is het waar je opgetild wordt en je vrijheid ervaart, ongebonden. Bij Hem is het waar je vreugde vindt, liefde vindt, kracht vindt.
Weet dat hij van je houdt en nog meer naar jou verlangt dan jij naar Hem!
Deelname aan de bloghop van december 2015.
Host: www.waardevolenuniek.nl
mooi geschreven! en herkenbaar. Ik heb afgelopen dagen het boek ‘ bevrijdende liefde” van Francine Rivers gelezen. Heel indrukwekkend en schrijnend omdat je leest dat het ook anders kan. Maar het enige wat je hoeft te doen is je hart te openen voor Hem.
Oh ja, dat is ook zo’n goed boek. Het doet je stilstaan bij de kracht van liefde. Zo mooi!