‘Sta me bij!’ Dat is zo ongeveer het gevoel dat ik heb als ik één van onze zeer moeilijk lerende leerlingen van de structuurgroep coach bij het afdrogen na het zwemmen. ‘Juf, ik kan het niet…..’ zegt hij, terwijl hij me wazig aankijkt.
Ik weet dat de jongen motorisch gezien prima in staat zou moeten zijn om het wel te kunnen en ik benoem op logische volgorde de handelingen van het afdrogen. Het gaat mij allemaal veel te moeizaam en ik voel me moedeloos worden. Gaat dit wel werken?
Drie kleedhokjes verder heeft mijn collega één van onze leerlingen in haar kleren weten te hijsen. Het meisje zit giebelend in haar eigen wereldje en gaat helemaal op in het feit dat haar trui kapot is. In het hokje naast haar zit een prachtig ogend meisje tegen de wand aan geleund, helaas heeft ze wel net een ongelukje gehad en we kunnen het pas op school oplossen voor haar. Ondertussen ben ik bezig met het omkleden van de eerste leerling en corrigeer ik een autistische leerling die één van zijn klasgenootjes aanmoedigt om achter elkaar boertjes te laten. Iets verderop worstelt een andere autistische leerling met de veters van zijn aangepaste schoenen. Vermoeid en uitgeteld komen we uiteindelijk weer aan op school. Daar zou nu eigenlijk nog een zinvolle lesactiviteit moeten worden ondernomen….
Ik ben iemand die geniet van het geven van lessen. Het geven van zorg laat ik graag aan anderen over. Een groep als deze doet mij mezelf afvragen wat ik er mee moet. En ja, er zijn antwoorden, en ja, het heeft te maken met je zienswijze. Laagfunctionerende leerlingen hebben geen leerdoelen die betrekking hebben op het leren lezen, rekenen en schrijven e.d. De doelen zijn veel eenvoudiger en je moet denken in piepkleine stapjes. Ik heb er moeite mee om dat te plaatsen in een onderwijssetting en ik weet dat anderen dat beter kunnen dan ik. Maar ik heb met deze leerlingen te maken en ik moet toch iets met ze?
Een tijdje geleden was ik op school aan het werk achter mijn computer. Ik had op dat moment geen groep. Eén van onze laagfunctionerende leerlingen was naar de gang gestuurd om haar jas te halen. Ze stond daar en maakte een monotoom geluid terwijl ze heen en weer wiegde voor de kapstok. En ik verzuchtte in gebed: ‘Heer, wat moet ik toch met ze aan?’ Het antwoord was even snel als eenvoudig: ‘Houd van ze’.
En dat is de basis.
Wat een mooie les! Dank je wel voor het delen.
Wat de vraag ook is: liefde is het antwoord!
We komen gewoon uit bij hetzelfde he 😉
O wat moet jij een geduld hebben …
Als je kind motorisch wat achter loopt kom je als moeder in de verleiding om het zelf even gauw te doen. Niet goed. Maar wel begrijpelijk. Ik herken dat heel erg!!!
Maar je hebt gelijk met je laatste zin: Houd van ze. Hou gewoon van ze zoals ze zijn en zeg dank je voor elke glimlach.
Wij zeggen ook wel eens tegen elkaar:’Met de handen op de rug’. Maar idd, je denkt al snel, ‘ik doe het wel’ 😊
Ik ben al jaren als vrijwilliger actief bij meervoudig gehandicapte kinderen.
Doe eigenlijk niet zoveel met ze
zing wat ,vertel , probeer ze een gezellig uurtje te bezorgen
speel opa.En ik zie de zorg van de beroepskrachten.
Daar heb ik groot respect voor.Daarom vond ik het ook fijn deze inkijkjes te mogen lezen.
Sterkte gewenst.Ach en als het even niet zo lukt,nou ja,morgen beter!
Dankjewel voor je reactie Sjef! En zeker, lukt het vandaag niet, dan morgen misschien wel!