Het is vroeg in de morgen en ik sta mopperend te zwoegen bij mijn auto. De reden, onze kinderzitjes moeten eruit, en de reden daarvoor, ik neem straks een groepje leerlingen mee op pad. Normaal gesproken ben ik niet iemand die veel moppert of chagrijnig is, maar deze ochtend stel ik mezelf echt een beetje aan.
Geen spoortje rust of vreugde te bekennen. Voor wie in de buurt zou hebben gestaan, die zou dingen horen als: ‘Wat een gedoe’ en ‘ Ik doe dit nooooooit meer’. Met de maxi-cosi in mijn hand (want die paste niet met het andere zitje in de kofferbak) stap ik over de drempel van de school. Ik groet een aantal collega’s die meteen doorhebben wat mijn huidige ‘state of mind’ is. Heel gezellig dus, ahum.
Het is zo dat ik gevraagd ben om voortaan op deze ochtenden een groepje leerlingen mee te nemen naar een tuincentrum. Dit is hun leerwerkplek. Een plek waar leerlingen aan het werk mogen en op die manier kennis kunnen maken met het echte werkleven. Daar zitten doelen aan vast gekoppeld zoals het kunnen vinden en terugbrengen van materialen en een stukje tijdsbesef, want het is toch wel leuk als je weet hoe laat je pauze begint. Volgens de informatie die ik had, zou ik er alleen maar bij staan en toekijken. Niet iets waar ik doorgaans veel energie van zou krijgen. Ik had niet de beste houding ooit zullen we maar zeggen.
Na de opstart van de dag laad ik mijn clubje jongelui in en we vertrekken richting tuincentrum. ‘Juf, u weet toch wel waar het is hè?’ ‘Nee, ik ga gewoon maar rijden en dan zie ik wel’. Vanaf moment één ben ik vergeten dat ik er geen zin in had. Discussie in de auto over de gekozen route, want de andere juf ging altijd binnendoor. Ik vind het vermakelijk en bedenk me opeens dat ik het prima naar mijn zin heb zo. Na aankomst laat ik mij door de leerlingen vertellen waar we zijn moeten en hoe het allemaal in zijn werk gaat. Eén van de medewerkers stopt de leden van mijn groepje een bezem in de hand en laat zien waar er geveegd moet gaan worden: buiten.
En laat buiten nu heel toevallig de aller aller fijnste plek zijn om te bivakkeren op deze ochtend. Een strak blauwe lucht, een graadje of 15, een vriendelijk zonnetje. Waar heb ik dit aan verdiend? Het duurt niet lang of ik besluit dat er geen zinnige reden is om stil te staan en toe te kijken naar het veegwerk van mijn leerlingen. En zo zijn we even later met zijn vieren heerlijk aan het werk, in de zon. Af en toe hoor ik wat discussie aan over het juiste gebruik van de bezem: ‘Nee, je moet de vloer niet aaien! Je moet het zo doen, kijk!’ Het is toch genieten, wat ben ik gezegend. Ik schiet spontaan in de lach als één van mijn leerlingen de opmerking maakt: ‘Juf, u hebt wel geluk hè, dat u met ons mee mag vanochtend’. Ik kom werkelijk nier meer bij, hij moest eens weten met welke houding ik een paar uur geleden op school arriveerde.
Dat moment, buiten in het zonnetje, dat was het moment dat ik besefte dat ik een cadeautje had gekregen. En als je er maar oog voor hebt, dan zit het leven vol met zulk soort prachtige cadeautjes. En dan kan ik niet meer dan zeggen: ‘Dank U wel!’
Mooi en beeldend/ Zo uit het leven gegrepen.
Wat mooi! Ik heb je gevonden via de christelijke webbloggers en ik ga je volgen, je schrijft heerlijk!
Groetjes Cora
Dankjewel Cora, ik hoop dat je mijn stukjes met plezier zult blijven lezen!