‘Dat is maf! Serieus, Pokémon vangen? En waar zitten die dan?’ Zo was mijn reactie ongeveer toen ik voor het eerst werd geïnformeerd over de wondere wereld van Pokémon GO. Mijn jongste broertje (laat het -tje eigenlijk maar weg) vertelde me van de week dat hij naar Dordrecht zou gaan, Pokémon vangen. Ik zag de dag ervoor ook al veel jagende kinderen (en volwassenen) in het centrum van Gorinchem. Ogen op het schermpje en lopen maar. Best grappig, dat vind ik echt, mensen die op Pokémon-jacht gaan. En dan het verhaal van de dierentuin in Amersfoort die in één avond 4000 mensen moest verstouwen vanwege die rare wezentjes. Die alleen bestaan op een schermpje, en toch ook weer niet. Grappig, gezonder dan binnen zitten, maar er is voor mij toch één ding. Ik heb een behoorlijke hekel aan die Pokémon-gevallen.
Wie mij kent, kan mij behoorlijk op de kast krijgen als het onderwerp smurven, kabouters, trollen, Laafjes, kerstmannen, paashazen en weet ik wat al niet meer uit die categorie wordt aangeroerd. Nou ja, niet dat ik flip, mensen vinden het gewoon grappig dat ik zo fel word. Tja…. Maar even serieus, ik vind Pokémon dus ook echt een beetje heel erg lelijk. Stomme hoekige beestjes en een hoop getover. Niet mijn ding. Het zijn eigenlijk ook monstertjes, pocket monsters, vandaar de naam Pokémon.
Met die monstertjes moet gevochten worden en je moet ze trainen zodat ze beter en sterker worden. Het idee is dus dat jij die gevallen de baas bent, maar ik weet niet hoor, het lijkt wel andersom. Mensen hebben er soms heel wat voor over. Of valt het allemaal wel mee? En ik moet vast niet moeilijk doen, want het is toch gewoon leuk? Er iets achter zoeken? Nee, ik zoek er niks achter, maar het zit er gewoon, of ik nu zoek of niet. En omdat er gewoon iets achter zit, ga ik op zoek naar wat dat dan is.
Het idee van het spelletje, dat je er op uit moet en zo, dat is echt geniaal, maar die lelijke gevallen en het vechten en al die bovennatuurlijke krachten, nee dank je.
Meneer Satoshi Tajiri is in ieder geval de bedenker van Pokémon. Zijn idee kwam voort uit een combinatie van zijn bezigheid van insecten vangen, zijn belangstelling voor games, en een Japanse televisieserie. Hij is nu dus best rijk, maar hij was ook echt een volhouder, want zijn idee was meer dan eens afgewezen door Nintendo. Hoe dan ook, al die dingen die we nu terugzien in Pokémon, vinden hun basis in de Japanse cultuur.
De oorspronkelijke religie van Japan is het shintoïsme en betekent ‘de weg der goden’. Er worden zogenaamde natuurgeesten (Kami) aanbeden. Sommige geesten zijn verbonden aan een bepaalde plek, waar andere geesten meer een kosmische kracht zijn. Tja, de link is voor mij makkelijk en snel gelegd met de Pokémon. Die monstertjes beschikken namelijk ook over allerlei kosmische krachten en zijn kennelijk overal te vinden. Ze duiken soms zelfs op in een kerk, dat is dan ook wel weer humor. Het hele sjintoïsme zit verweven in de Japanse cultuur, tezamen met andere religie-aspecten. Maar mijn doel is nu niet om daar een uitgebreide uiteenzetting over te geven, ik wilde weten wat er achter zat. En wat er achter zit is een Japanse religie. En van al die ‘vage’ dingen over ‘opgaan in de leegte’ en ‘de balans van de kosmos’ wordt een christen in ieder geval niet zo vrolijk.
En eigenlijk ‘weet’ iedereen wel dat er meer is tussen hemel en aarde, toch? We kunnen het alleen doorgaans niet zien, wel voelen. En dit voelt voor mij niet goed dus blijf ik er vanaf. Ik praat met mijn 16 jaar jongere broertje (beetje auti) en vraag hem hoe het werkt. Mijn belangstelling is oprecht, want ik ben nieuwsgierig en hij vindt het leuk. Ik denk eigenlijk ook niet dat het per direct kwaad kan. Hij krijgt geen wijzend vingertje van zijn grote zus. Hij kan naar mijn mening vragen, maar hij kent me, misschien weet hij het ook wel. Maakt niet uit, wij hebben even een leuk grote zus-kleine broer contact, en ik koester die momenten.
Interessant. Je hebt je er in verdiept zo te lezen. Goed dat je het wijzende vingertje achterwege liet. Maar ik deel in je mening.