‘Ze hebben mijn herinneringen weggetakeld!’ Verkondigde ik mijn echtgenoot. ‘Alles weg, niks meer van over’.
Vorige week reed ik mee met het busje van de school. ‘Kijk’ zei onze conciërge, ‘ze takelen ons oude gebouw weg’. ‘Zullen we even gaan kijken?’ Vroeg ik impulsief. En het busje sloeg linksaf, richting de plek waar het allemaal gebeurde. De leerlingen die we bij ons hadden vonden het reuze interessant. De conciërge parkeerde het busje en we keken met zijn allen toe hoe het werk gedaan werd. De helft van het gebouw was al weg en we keken aan, tegen wat eens de gang was, de deur van het magazijn, de deur van het stookhok, de lokalen waar ik eens mijn klassen had gedraaid, weg. Vreemd. Een soort van definitief gevoel maakte zich van mij meester.
Mijn man moest wel lachen om mijn mededeling over de weggetakelde herinneringen. ‘Ach joh, iedere keer als jij naar dit stuk grond kijkt, dan zul je merken dat die herinneringen niet weg zijn’. Hij had gelijk, maar toch. Zijn het allemaal goede herinneringen die ik niet kwijt wil dan? Nee, lang niet allemaal goede herinneringen. Ik ben op deze plek door schade en schande wijs geworden zullen we maar zeggen. De vrouw die nu uitkijkt over het braakliggende stuk grond, is niet meer helemaal diezelfde als de vrouw die daar zo’n acht jaar geleden voor het eerst door de deur naar binnen stapte. En gelukkig bedoel ik dat in de positieve zin van het woord.
Och och, die allereerste dag als invalster in een zml-groep. Ik herinner mij het kringmoment nog zo goed. Kinderen met autisme die mijn komst maar wat moeilijk vonden, kinderen die hun gedrag niet zelf onder controle konden houden, eigenwijze downers. En dan mijn eigen onervarenheid en onzekerheid. Ik geloofde er niet in dat ik een vast contract in de wacht zou slepen. Maar het gebeurde, want er was kennelijk toch voldoende vertrouwen in mijn kunnen. Vallen, opstaan, doorgaan, volhouden, moeilijke leerlinggevallen, nog meer onzekerheid en een breekpunt, een keerpunt. Man, wat heb ik hier een hoop geleerd!
Herinneringen verdwijnen niet zomaar. Of er nu een gebouw is weggetakeld of niet. En als ik zo uitkijk over het lege terrein, dan betrap ik mij erop dat ik sta te mijmeren. Wat was, wat voorbij is, en ook niet meer terug gaat komen. Nee, ik ga er geen zware gewichten aan hangen. Het is voorbij. En het is goed. Tijd voor nieuwe herinneringen!
Leuk!