Een galg met een levensechte pop eraan, spinnenwebben, heksen met roodgloeiende ogen en vampiers die zich te goed willen doen aan jouw bloed. Lekker griezelen…Nou, laat dat ‘lekker’ wat mij betreft maar weg. Ik heb er een enorme afkeer van. En hoe zeer ik me altijd probeer in de te leven in anderen, het lukt me in dit geval voor geen meter.
Toen we een tijdje geleden het jeugdjournaal in de klas aan hadden staan, kwam daar een item in voorbij over acteurs die leerden om ‘zo eng mogelijk’ te zijn voor tijdens Halloween. Hoe lelijker, bloederiger en angstiger, hoe beter, vertelde één van de geïnterviewde mensen. En terwijl er op het scherm beelden langskwamen van bloederige monsters, zombies en mensen die vermoord leken te worden door duistere figuren, reageerde de helft van mijn klas door zich bang en hevig geschrokken van het scherm af te keren. Heel even maakte ik de overweging of het aan kon blijven, maar ook op mij hadden deze beelden een behoorlijk effect. Ik moest constateren dat ik best een beetje boos en ontdaan was.
Je begrijpt dat ik hier wat mee moest in de klas. En wat schetste mijn verbazing? Er waren ook leerlingen die het allemaal best grappig en hilarisch vonden. Is toch gewoon leuk, een beetje griezelen? Doodleuk keek één van de leerlingen mij aan terwijl hij vertelde hoe grappig hij het vond. Hij had het item best graag af willen kijken.
Als er geen mensen zouden zijn die Halloween leuk zouden vinden, dan zou het er ook niet zijn lijkt me. Dus er zijn serieus mensen die het leuk vinden. Of ik het nu kan begrijpen of niet. En om nu midden in hun gezicht te zeggen dat ik ze harstikke gek vind, gaat misschien iets te ver? Zo ben ik in ieder geval niet opgevoed. Bovendien vraag ik me af of het ook maar iets op zou leveren, behalve een discussie waarin aanvallen en verdedigen de tendens zou zijn. Maar binnenin mij is een intens diepe weerstand tegen het hele gebeuren. De ‘voorpret’ begin wat mij betreft ook altijd veel te vroeg en ik kan niet wachten tot het weer allemaal achter de rug is.
Mag het niet van mijn geloof? Zou je je misschien af kunnen vragen. Nou, het was in ieder geval niet het verlangen van God dat zijn kinderen zich met deze duisternis in zouden laten, dat kan ik je wel zeggen. Ik denk dat het in de eerste plaats een gevolg is van mijn geloof. Maar geloof is hier denk ik niet het goede woord. Want dingen die wel of niet van je geloof mogen, suggereren allerlei wetten en regels waar je je aan moet houden om het goede te verdienen (ofzo). Nee, weet je, als je je verbonden weet met de Schepper van hemel en aarde dan denk ik dat het tegenovergestelde ook waar is: Je voelt een afkeer voor de duisternis.
Wat ik wél begrijp is dat mensen graag een kick hebben. En griezelen schijnt dan een manier te zijn om een lekkere dopaminekick te krijgen terwijl je niet echt in gevaar bent. Mensen genieten daarvan. De kick zeg maar. Of dat dan op deze manier moet? Mensen die niets met Halloween hebben (en dat zijn ook genoeg niet-christenen) die worden in deze periode ongewild geconfronteerd met dingen waar ze niet op zitten te wachten. Die galg met levensechte pop heb ik ooit echt in iemands tuin gezien. We reden langs de zeer vindingrijk versierde voortuin en mijn kinderen waren er destijds oprecht van geschrokken. In een tijd waar we het allemaal hebben over ‘onze kleine teen’ en alles waar wij die aan stoten, zou ik hier ook best een punt van kunnen maken. Maar ja… Misschien vind je me dan ook wel weer een aansteller. Zou ook kunnen.
Het is niet anders. Ik denk dat ik geen ‘anti-halloween kampanje’ kan gaan opzetten om voor eens en altijd korte metten te maken met dit ronduit stomme ‘feest’. Dat gaat gewoon niet lukken. Mensen hebben een vrije wil en als ze dan graag griezelen, tja, dan hoef ik ze niet tegen te houden. Ik doe alleen niet mee. Ik weet dat er christenen zijn die te midden van de activiteiten op 31 oktober ‘licht’ uitdelen op allerlei creatieve manieren. Er zijn geweldige initiatieven en acties waarbij Gods licht wordt uitgedragen. En ik juich dat toe. Want hoe lijdzaam moeten we als christenen gaan zitten afwachten in deze tijden? Ik denk niet dat dat zo hoeft te zijn. Gods licht mag stralen!
Want het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen (Johannes 1:5).