Zo nu en dan krijg ik leerlingen in mijn klas waarvan de ouders ook in het onderwijs zitten. Dat kan natuurlijk, en het is eigenlijk ook heel logisch dat het zo is. Bewust of onbewust leg je dan je verwachtingen naar de ouders toe hoger. Want ja, vader of moeder is juf of meester. En dan weet je hoe het werkt en heb je alles dik in orde. Toch?
Toen ik een maandje of twee geleden met een groepje leerlingen naar buiten wilde en één van de jongens zijn jas niet mee had naar school, hoorde ik een opmerking van een collega: ‘Maar zijn moeder is toch juf?’ Ik haalde mijn schouders op en verklaarde dat ik ook juf ben, maar zelfs een keer een spreekmoment was vergeten op de school van mijn kinderen. ik ga dus niet meer oordelen, dat zul je wel begrijpen…
Onze jongste stelt ons regelmatig voor een uitdaging. Een sterke eigen wil en zich nog niet helemaal kunnen verplaatsen in de ander, zijn met regelmaat flinke opstakels in het dagelijks leven. Zo kwam het dat we op een ochtend niet gelijk naar huis konden fietsen na de (kerk)dienst. Ruben had namelijk besloten dat hij zijn schoenen niet meer aan wilde. De schoenen vlogen onder luid gebrul met een vaart over de straatstenen en wij konden op dat moment niet zo veel met ons boze jongetje. Een gemeentelid merkte fijntjes op dat het hem opviel dat iemand die pedagogisch goed onderlegd is, ook kan tobben met haar kind. Vervolgens bood hij de helpende hand en Ruben trok zijn schoenen aan, om ze vervolgens met dezelfde vaart weer uit te trekken. Uiteindelijk duurde het 20 minuten voor we hem zover kregen. We waren ondertussen zelf ook gefrustreerd en teleurgesteld dat we niet gewoon gezellig met elkaar naar huis konden fietsen.
Een goede juf is niet de perfecte mama. Echt niet. Er zit een enorm verschil tussen de band tussen moeder en kind en de band tussen juf en leerling. Er zit ook een enorm verschil tussen werken in een klaslokaal met een groep kinderen van andere mensen en gewoon thuis leven als gezin. Eén van de belangrijkste verschillen is de emotionele band en daarmee de ‘afstand’ die er is. Mijn leerlingen zijn niet mijn leven, ze komen en ze gaan. En ook al hecht ik me aan hen en geef ik om ze, het zijn nog altijd niet mijn bloedeigen kinderen.
Natuurlijk weet je als juf hoe de dingen in het schoolse systeem werken. En je kunt je ook wat beter inleven in de leerkrachten van je eigen kinderen. Je beseft dat jouw kind niet de enige is in de groep en dat de juf van jouw kind ook te kampen heeft met de nodige problemen op verschillende vlakken. Daarnaast heb je inderdaad meer dan gemiddelde pedagogische kennis. Maar waar je als leerkracht een professionele houding hebt (dat mag ik hopen tenminste), heb je die als moeder niet. Moeder zijn is geen beroep. Moeder zijn is van een hele andere orde.
Dat gezegd hebbende, kan ik nog uitweiden over alle verschillende meesters en juffen die vader of moeder zijn en en hoe ze zich gedragen. Soms leggen ze de lat voor mij te hoog, soms krijg ik respect, soms doen ze mij suggesties, soms krijg ik waardering, soms krijg ik kritiek, soms doe ik niet genoeg en soms doe ik het fantastisch. Eigenlijk een beetje zoals met ouders die niet in het onderwijs zitten. Tja, wat zullen we dan eens zeggen? Iets met, we zijn allemaal mens en we hebben allemaal wat?
En ik? Ik heb even moeten zoeken naar mijn rol t.o.v. de juffen van mijn kinderen. Zijn het collega’s, moet ik laten merken dat ik kennis heb, moet ik laten blijken dat ik weet waar ze mee te maken hebben? Uiteindelijk heb ik geconcludeerd dat ik gewoon Deborah ben. Moeder van Brent en Ruben. En dat, lijkt me, is meer dan voldoende.