Het eendje kon zijn moeder en haar kroost niet meer bijhouden. Het koppie stak maar net boven het water uit. Mijn oudste zoon en ik zagen het spul onder ons bruggetje door zwemmen. Het kleine eendje worstelde zich naar een lelieblad aan de rand van de sloot en bleef daar uitgeput en bibberend zitten. Moeder eend zwom doodleuk verder met een groepje donzige eendjes achter zich aan. ‘Als we hem laten zitten dan gaat hij dood en zo werkt dat ook in de natuur’ zei ik in al mijn wijsheid tegen mijn zoon. ‘Maar we kunnen hem toch gewoon proberen te pakken?’ zei hij. Er was niet veel voor nodig om me overstag te laten gaan, dus Brent ging op zijn buik langs de slootkant liggen en schepte het verkleumde eendje uit het water. Het zag er allerbelabberdst uit en er stak zelfs een stukje scherp bruin gras uit zijn nekje. We trokken het er voorzichtig uit, half verwachtend dat het diertje het ter plekke zou begeven.
De daaropvolgende uren zat Brent met het kleine eendje in zijn handen. Het droogde langzaam op en tegen alle verwachting in begon het eendje te piepen en rond te hobbelen. We haalden de warmteplaat te voorschijn en voorzagen het diertje van kroos, geschikt voer en schoon water. De eerste twee weken ging het alleen maar beter. Het diertje at, piepte en poepte en het kreeg zo veel mogelijk aandacht van ons allemaal. Iedereen raakte behoorlijk verknocht aan ‘Eendje’. Ik maakte me al geen zorgen meer tot ik opmerkte dat het eendje niet meer zo hard piepte (en poepte) als eerst. Het werd steeds stiller. Waar het normaal gesproken compleet losging als we naar boven gingen om te slapen, was er nu nog een zwak piepje, maar er viel verder niet veel meer aan te passen in de verzorging. En toen ik op een ochtend vertrok voor een wandeling, riep ik dat ik Eendje nog niet had gehoord, maar nu toch echt de deur uit moest.
En toen was het toch einde verhaal. Mijn oudste zoon vond Eendje bewegingloos in zijn hok toen hij zich afvroeg waarom hij zich nog niet had laten zien. Aangezien ik de hort op was, kon mijn man het volledige pedagogische stukje voor zijn rekening nemen en twee verdrietige jongetjes troosten. Eendje is uiteraard begraven en dat was het weer. Jammer, het waren serieus drie hele mooie weken.
Pas spraken we er nog met elkaar over. Over hoe het allemaal was gegaan. Hoe we eerst dachten dat het niks zou worden en toen weer wel en toen weer niet en waarom het diertje dood was gegaan. Mijn oudste zoon sprak uit dat hij soms nog wel eens dacht dat het zijn schuld was. Niet genoeg aandacht gegeven… Gelukkig konden we het er samen over hebben en we trokken de conclusie dat Eendje niet dood was gegaan doordat iemand van ons een paar keer geen zin had om hem aandacht te geven. We hadden met elkaar zo goed als mogelijk voor Eendje gezorgd en het diertje was gewoon zwak of ziek of wat dan ook.
Dit gesprekje deed mij denken aan iets wat me vaker opvalt bij ons mensen. Soms geven we onszelf de schuld van iets. Het idee dat je het niet goed hebt gedaan en dat het anders had gegaan als jíj maar beter je best had gedaan. Al jíj maar dit of dat had gedaan in plaats van –vul maar in-. En natuurlijk doen we wel eens domme dingen, en helaas soms ook met gevolgen voor anderen. En als we onszelf niet de schuld geven, dan doet iemand anders dat wel. Oef, pijnlijk. Niet fijn. Maar we zijn gewoon niet perfect. Maar we zijn ook niet waardeloos. En dit is echt heel erg belangrijk om bij stil te staan. Jezelf straffen door je schuld maar in je eigen gezicht te blijven wrijven, jezelf dingen te ontzeggen of jezelf misschien wel dingen aan te doen omdat je dat verdienen zou, is echt een ‘No Go’.
Spijt zal op sommige momenten ook echt terecht zijn en indien mogelijk is het goed om fouten zo veel mogelijk te belijden en recht te zetten, maar… Op welke manier jij je ook schuldig voelt, je bent een mooi mens. En waarom ben je een mooi mens? Omdat God jou zo ziet. Dus pak al die schuldgevoelens, ga op je knieën en stort ze uit bij de Enige die jou daar vrij van kan maken. Wees open en eerlijk en erken gewoon dat je zelf niet in staat bent om een perfect en foutloos leven te lijden. In de christenwereld klinkt het bijna cliché: ‘De schuld is betaald aan het kruis’, maar het is wel waar. Speciaal voor jou, zodat jij een schuldenvrij leven kunt hebben, zoals God het heeft bedoeld. Over vrijheid gesproken!